Development Teams van profploegen doen traditionele wielerclubs pijn: “Het is een ramp”
Freddy De Geest & Michel Vanden Heede – Het Nieuwsblad, 14.03.2024
Vrijdag staat de Youngster Coast Challenge weer op het programma. Vorig jaar haalde Warre Vangheluwe (Soudal Quick-Step Devo Team) het voor Alec Segaert (Lotto Dstny Devo Team). Inmiddels zijn beide West-Vlamingen doorgestroomd naar hun profploeg. © Bart Vandenbroucke
Het wielerlandschap werd de voorbije jaren grondig hertekend. “De opkomst van de Development Teams is een ramp voor de gewone wielerclubs”, zegt Kristof Vercouillie. “En toch hebben die traditionele clubs nog heel veel waarde, want zonder is het gedaan met de koers”, antwoordt Kurt Van De Wouwer.
Kristof Vercouillie is als gewezen renner, ploegleider en vader van neoprof Victor een geknipt persoon om dé evolutie van de jongste jaren in het jeugdwielrennen te beoordelen. “De opkomst van die ontwikkelingsteams is een ramp voor de gewone clubs”, stelt hij onomwonden. “Alle toptalenten worden weggetrokken, en dat op steeds jongere leeftijd. Ook budgettair is er een diepe kloof. Renners van een club moeten zelf hun fiets bekostigen, terwijl mannen uit grote ploegen meerdere exemplaren ter beschikking krijgen. Maar ook de dagelijkse werking wordt door het krappe budget gefnuikt.”
“Als clubteam wedijveren met die Development Teams, het is er niet eenvoudiger op geworden”, beaamt Wim Feys, nu aan de slag bij VolkerWessels Cycling Team maar vooral gekend voor zijn succesverhalen bij Beveren 2000 en EFC-L&R-Van Mossel, waarmee hij vorig seizoen nog het ploegenklassement van de U23 Road Series won. “Het is mooi dat we onze voet konden zetten naast Circus-ReUz-Technord, Lotto-Dstny Development Team en SoudalQuick Step Devo Team, al moet ik wel toegeven dat we die eindzege konden pakken omdat de ontwikkelingsteams een manche oversloegen. Nu, al vijf jaar zie ik dat de beloftencategorie steeds meer onder druk komt te staan. Renners van ontwikkelingsteams rijden al vaak bij de profs. De junioren van vroeger zijn de beloften van nu. Alles schuift op. Voor clubs wordt het alsmaar moeilijker om een sterke kern op te bouwen. Hun bestaansreden draait eerder om renners die meer tijd nodig hebben om door te breken. Voor een ploeg als Team Flanders-Baloise wordt het daardoor ook steeds moeilijker om de betere beloften aan te trekken. Rijden in het truitje van een WorldTour-ploeg is zoveel mooier, zoveel sexyer. Nu en dan eens mogen meerijden met de echte vedetten prikkelt en motiveert. Het is wat het is, maar ik begrijp het wel.”
Tegenover hun collega’s van de Development Teams moeten clubrenners niet alleen onderdoen op het vlak van materiaal en programma. “Ze worden ook niet aanvaard in koers en worden zelfs letterlijk weggeduwd”, weet Kristof Vercouillie. “Mijn zoon Victor (een uitzondering die het als clubrenner toch klaarspeelde om prof te worden bij Team Flanders-Baloise, red) heeft die situatie vaak ervaren. Een jaar geleden werd hij als lid van EFC-L&R-Van Mossel zwaar ten val gebracht in de Tour des 100 Communes in Frankrijk. De Vikings van UNO-X hebben hem daar als halve gangsters van de weg gekatapulteerd. Als stagiair van het profteam van Franky Van Haesebroucke keerde het tij voor hem. Toen begon hij er wel bij te horen. En je voelde dat ook: hij is toen een heel ander mens geworden. De situatie is eigenlijk vergelijkbaar met die bij de profs. Als renner van pakweg Team Flanders-Baloise moet je je ook niet vooraan mengen tussen de WorldTourploegen. ‘Wat kom jij hier doen?’, krijg je dan te horen. En reken maar dat je in de tang wordt genomen en naar achteren wordt weggeduwd. Meegaan in de vroege vlucht is dan eigenlijk nog de enige kans op onderscheiding.”
Steeds jonger
Kristof Vercouillie zei het al: de rekrutering van talent gebeurt op steeds jongere leeftijd. Heel wat topploegen hebben naast een Development Team ook al opleidingsteams bij de junioren. Zo rijdt Xander Scheldeman voor het tweede jaar bij Decathlon AG2R La Mondiale U19 Team, rijdt Senne Brys nu voor het jongerenteam van Visma/Lease a Bike, zijn Nolan Huysmans en Jasper Christiaens via Cannibal B Victorious gelinkt aan Bahrain Victorious en lokte BORAhansgrohe Thibaut Van Damme naar het U19-team. “Bij BORA-hansgrohe zetten we een structuur op waarmee we jeugdig talent sneller detecteren”, zegt Tim Meeusen, die bij de ploeg in de staf zit. “Wij hebben een uitvoerige Excel-lijst waarop heel veel namen staan. De topwedstrijden in binnen- en buitenland bij de junioren en de beloften volgen we nauwgezet op. De Tour de l’Avenir, de Baby Giro en Aosta, om maar die te noemen, leveren waardevolle indicaties op. Kort op de bal spelen is noodzakelijk, zeker nu er veel haaien in de visvijver opduiken. Welke renners we dan aan ons binden, doen we heel weloverwogen. We beschikken nu over acht junioren, vier eerste- en vier tweedejaars, waarmee we een uitgekiend programma van topkoersen rijden. We werken met die renners ook op een professionele manier. Periodisering is belangrijk, decompressie na een drukke periode ook. Die jongens hebben drie fietsen, een tijdritfiets, voedingsadvies en een trainer. We hebben er ook net een twaalfdaagse stage aan het Gardameer opzitten. Bij ons is het de bedoeling om de junioren via het Development Team te laten doorgroeien naar de WorldTour-ploeg. Wanneer die renners op een dag naar de profs overstappen, is de stap veel kleiner en kunnen ze direct mee.” “Iedere profploeg doet nu aan prospectie, je moet mee in dat verhaal”, zegt Kurt Van De Wouwer (Lotto Dstny). “Ook wij optimaliseren dus de detectie van jeugdig talent. We kijken over de landsgrenzen heen en de topwedstrijden voor beloften worden grondig geanalyseerd, maar uiteraard lonken we ook naar de jongere categorieën. Bij nieuwelingen kan je de bal al eens misslaan, want gasten van 14 à 15 jaar zijn nog in volle groei. En bij de junioren word je al met managers geconfronteerd. Toch hebben we voor het eerst twaalf eerstejaarsbeloften aan ons Development Team toegevoegd. Dit was dan ook een gouden juniorenlichting, die scoorde in binnen- en buitenland. En de eerste resultaten dit jaar geven ons gelijk. Nu, jongeren laten doorstromen naar je profploeg is wel een werk van jaren, maar ons team bestaat nu voor de helft uit zelf opgeleide renners. Het beleid dat wij al jaren voeren, werpt vruchten af.”
Opleidingsvergoeding
“Het wordt dus altijd maar serieuzer en serieuzer”, besluit Kurt Van De Wouwer. “En duurder. Wielrennen was vroeger de sport van de gewone man, maar het is een elitaire sport geworden. Wie nu wielrenner wil worden, moet van goede komaf zijn of je mag het vergeten. Onze jongeren moeten ook gestimuleerd worden om te koersen. Op de UCI-ranking staat België op 1, maar toch moeten we ons zorgen maken. De vijver waarin we vissen, wordt steeds kleiner. De instroom vermindert en dat baart zorgen. Op dat vlak zijn de clubteams nog altijd van cruciaal belang. Zonder is het gedaan met de koers.” “Ik hoop dat de traditionele wielerclubs blijven bestaan”, besluit Kristof Vercouillie. “Gelukkig is de opleidingsvergoeding een feit. Nu mijn zoon Victor prof is, betaalt zijn
ploeg aan de federatie een som die zal gaan naar zijn jeugdclubs Onder Ons Parike, Dovy KeukensFCC Cycling Team en EFC-L&R-Van Mossel. Dit initiatief, dat destijds al op steun kon rekenen van onder meer Patrick Lefevere en Sven Nys, geeft de clubs toch wat ademruimte.”
Chris Van Durme verwacht geen topseizoen voor VDM Trawobo CT: “We strijden met ongelijke wapens, er wordt gekoerst aan twee snelheden”
Voor continentale ploegen en beloftenclubs wordt het alsmaar moeilijker om een vuist te maken tegen de Development Teams van de echte topploegen. Desondanks geven Chris Van Durme (VDM-Trawobo CT) en Peter Bauwens (Tarteletto-Isorex CT) de moed en de strijd nog niet op.
“Wij gaan niet ons beste seizoen tegemoet, maar we laten de armen niet hangen”, zegt Chris Van Durme, voorzitter bij het VDM-Trawobo Cycling Team. “Wij zijn een vzw en schuldenvrij, maar het wordt moeilijk. In de Ronde van Limburg reden vijf van onze renners de wedstrijd uit. Meer zit er voor ons niet in. We strijden met ongelijke wapens, want er wordt gekoerst aan twee snelheden. Winnaar Jarno Widar had in Italië al de Trofeo Laigueglia gereden met de profs, terwijl mijn renners schoolverplichtingen en beperktere trainingsmogelijkheden hebben. Als kleine club hebben wij zestig koersdagen. Logistiek wordt het moeilijk omdat we slechts over tien medewerkers beschikken. Die mensen doen het voor een sandwich en een kleine vergoeding. Development Teams komen bij ons mensen weghalen, dat is de wereld waarin wij leven. Of we een overstap naar het continentale niveau al overwogen hebben? Nee, want de kloof is te groot. Hoe wij een budget van 400.000 euro moeten verzamelen, zou ik echt niet weten. Waarom ik het dan blijf doen? Voor een onverwachte top uitslag en zot van de koers, hé.”
Vorig jaar was VDM-Trawobo CT nog de beste ploeg in de Ronde van Oost-Vlaanderen U23. © Mvh
“Bij ons worden de keuzemogelijkheden om renners aan te trekken schaars”, stelt Peter Bauwens van Tarteletto Isorex Cycling Team. “Met het programma dat wij rijden, kan ik met eerste- en tweedejaarsbeloften weinig tot niets doen. Die jonge gasten voor de leeuwen gooien, staat gelijk met ze verbranden. Als continentaal team CP1 hebben wij startrecht in de meeste profkoersen. De Devo Teams zijn CP3, maar met een handigheidje passen de WroldTourploegen renners in de selectie in. Soudal Quick-Step en Lotto Dstny reden nu de Ronde van Rwanda, waar wij jaren een certitude waren. Wanneer Patrick Lefevere en co. gaan aankloppen, ben je gezien. De uitstraling van die ploegen opent deuren. Dat ze in Rwanda met het Development Team reden, was hun zorg niet. Voor ons is dit echter een gemiste kans. Gelukkig kunnen we op andere terreinen onze waarde tonen. Timothy Dupont won de openingsrit in de Tour of Antalya en eindigde na Jarne Van De Paar tweede in de GP JeanPierre Monseré en tweede na Simon Dehairs in de GP Vermarc. Er zijn er die het met minder moeten doen. We trekken meer dan ons streng en daar trek ik me aan op.” (fdg)
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!